Knallend de lente in!
Over DURVEN met felle kleuren en met naaitechnieken.
Uit het meinummer van Knipmode besloot ik een complete outfit in knalkleuren te maken. Ik dacht nog: dan kán die lente toch niet meer uitblijven?! Maar toen het laatste zoompje gestikt was en het laatste rijgdraadje verwijderd, bleef het nog een paar dagen grijs, koud en regenachtig… experiment mislukt dus. Maar hé, we zijn alweer een paar dagen verder en hebben inmiddels wat zonnestralen kunnen vangen; zou deze outfit dan tóch een duit in het lentezakje gedaan hebben? Haha, zo werkt het natuurlijk niet! Maar feit is dat deze outfit bij mij echt lentekriebels opwekt.
Weet je trouwens dat deze knalkleuren een stapje buiten mijn comfortzone zijn? Vroeger droeg ik alleen maar grijs, zwart en donkerblauw, dat voelde lekker veilig. Ooit deed ik een kleuranalyse om erachter te komen welke kleuren goed bij me passen. Toen leerde ik dat ik het beste uit de verf kom met felle kleuren. Ik weet nog dat ik dacht: ‘Felle kleuren?! SLIK!! Dat durf ik toch helemaal niet?!’ Nu, inmiddels een paar jaar verder, durf ik steeds meer kleur in mijn garderobe te brengen en combineer ik felle tops met rustige broeken, of kleurige broeken met rustige tops. Maar zóveel kleur als in deze outfit zie je bij mij niet vaak.
Toch werd ik er onmiddellijk vrolijk van toen Judith, van Van Gool Stoffen, me deze combinatie als optie voorlegde. Sterker nog, ik zei meteen: ‘Ja, dit is het!’. Maar eerlijk is eerlijk, toen ik mezelf voor het eerst met deze nieuwe outfit in de spiegel bekeek, dacht ik: ‘Wie is die kleurenbom en wat heeft ze met Lianne gedaan?’. Maar het toverde ook direct een grote glimlach op mijn gezicht en ik hoop dat jullie het ook leuk vinden!
De top maakte ik van een stretch-viscose met luipaardprint in oranje met fuchsia. Voor de broek gebruikte ik een roze linnen-viscose. Een voor mij gewaagde keuze dus en ook in het naaiproces ging het een beetje over durven!
Ik koos broek 2 omdat ik viel voor de mooie valling van de pijpen, die ontstaat door de figuurnaden aan de onderkant ervan. Er wordt eigenlijk geadviseerd een stevige stof te kiezen en hoewel ik zeker weet dat ik deze broek inderdaad nog eens ga maken van een jeansstof, zag ik een zomers of lenteachtig broekje ook wel zitten. Deze soepel vallende viscose paste goed in dat plaatje!
Maar dan, dit patroon heeft paspelzakken op de billen. En bij een patroon met dit soort zakken, komt er een soort innerlijk debat bij mezelf op gang, omdat ik eigenlijk altijd een beetje nerveus word van deze naaitechniek. Zeg nou zelf, ineens midden in je stof knippen om een zakingang te creëren, dat is toch op zijn minst een klein beetje eng? Het is alsof er verschillende stemmetjes een wedstrijdje doen: de ene kant wil wel paspelzakken maken, omdat het uitdagend is én mooi staat (als ze goed lukken tenminste), de andere kant is bang dat ze mislukken en dat het project de prullenbak in kan.
In dit geval won het stemmetje dat de paspelzakken wél wilde maken. Dus begon ik er dapper aan: goed verstevigen, strakke lijnen tekenen, secuur rijgen, netjes spelden en heel precies stikken, dat zijn de eerste stappen.
De paspelzakken
Controleer voor je gaat stikken of je patroondelen de goede kant op liggen, want niets is zo vervelend als aan het eind te ontdekken dat je een prachtige paspelzak hebt gemaakt, die precies verkeerd om zit (mijn eigen ervaring van een tijdje terug, dat vergeet ik niet snel meer)! Let dus op: je achterzak wijst naar de bovenkant van de pijp, de zakstrook wijst met de gevouwen kant naar de onderkant.
Na het stikken van de zakstrook en de zak komt het spannendste deel: het inknippen. Plooi de naadwaarde van je zak en zakstrook ietsje opzij en knip netjes in het midden van je twee stiklijnen, tot ongeveer een cm voor de uiteinden van je stiksels. Van daaruit knip je voorzichtig (!) en met een scherp schaartje schuin naar het einde van de twee gestikte naden. Dit komt heel precies, want als je te ver knipt heb je een gat, maar als je niet ver genoeg knipt krijg je een plooi en dat wil je natuurlijk allebei niet! Als je dat aan beide kanten gedaan hebt, vouw je alles naar binnen toe, leg je de onderdelen mooi plat en op hun plek en strijk je netjes alles op.
Dan volgt er nog een priegelwerkje: het stikken van de zijkantjes van je zak. Ik leg daarvoor het werkstuk met de goede kant naar boven voor me neer, zodat je zak netjes plat ligt. Dan vouw ik aan één kant van de zak de broekspijp om, zodat je de randjes van de zak, de zakstrook en het driehoekje ziet, dat ontstaan is door het inknippen. Daar stik je heel precies overheen, zo dicht mogelijk bij de rand van de zak. Dat herhaal je aan de andere kant van de zak. Pruts, priegel en stik… en je zak is (bijna) klaar. Nu alleen nog het zakdeel naar boven vouwen en vaststikken, zodat er niets uitvalt als je iets in je achterzak zou willen stoppen!
De gulp
In deze Knip-editie wordt het inzetten van de gulp stap voor stap uitgelegd. Ideaal, want als je de gulp en de achterzakken er netjes in hebt zitten, heb je volgens mij de écht moeilijke stappen gehad! Na het stikken van de zijnaden, binnenbeennaden en kruisnaad paste ik de broek eventjes. Zo op het eerste gezicht schatte ik in dat de broek om de taille wat ruim zou vallen, maar dat vind ik eerlijk gezegd altijd wel fijn; ik heb een hekel aan broeken die bij mijn buik strak zitten, dus daar veranderde ik niets aan. Ik zette de tailleband erop. En zag bij die eerste doorpas al wel dat de broek te lang zou zijn. Het was mooier geweest als ik van tevoren goed had nagemeten, want dit betekende dat ik bij het zomen een stuk van de onderkant af moest halen, waardoor het effect van de figuurnaden onderin de broekspijpen iets minder duidelijk zichtbaar is geworden. De volgende keer dat ik deze broek ga maken pas ik dat dus al vóór het knippen van de stof in het patroon aan. Ik haalde uiteindelijk 6 cm van de onderkant af (ik ben 1.72 m).
Tot slot heb ik de riemlusjes nog vastgestikt (ik gebruikte hierbij een nivelleerplaatje om het hoogteverschil te overbruggen, superhandig!), heb de knoop aangezet… en klaar!
Dan de top! Stiekem is dit eigenlijk een jurk 14. Ik ‘hackte’ de jurk echter naar een top. Daarvoor moest ik het voor- en achterpand wel iets verlengen, anders werd het een naveltopje en dat was niet de bedoeling. Ik vond het vanwege de vorm van het voorpand een beetje moeilijk om in te schatten hoeveel ik het bovenstukje moest verlengen, dus ik nam het zekere voor het onzekere en verlengde het voor- en achterpand met 20 cm, in de verwachting dat ik deze aan het eind nog iets zou moeten inkorten én op gelijke hoogte zou moeten knippen, alvorens ik kon zomen. Dat bleek ook zo te zijn, dus dat was een goede en veilige beslissing. Het naaien van deze top gaat gepaard met flink wat rimpelwerk. Sommige mensen vinden dat een heel rustgevend klusje, maar ik moet er altijd even wat geduld voor opbrengen en er rustig voor gaan zitten. Zeker de rimpels bij de halslijn zorgden voor wat gepriegel, maar als je rustig blijft, komt alles goed. Niet lachen om mijn foto hoor, ik gebruik bij het rimpelen altijd belachelijk veel speldjes, haha!
Wat ik heel leuk aan dit patroon vind, zijn de mouwen. Het zijn raglanmouwen met een elastiekje op een paar centimeter van de onderkant. Om dat elastiekje op de goede hoogte vast te zetten tekende ik een paar hulplijntjes om te bepalen waar het elastiek moest komen. Daarbij bepaalde ik het midden van het elastiek, om een mooie verdeling van het elastiek over de stof te kunnen maken. Vervolgens hoefde ik alleen nog maar de zijnaden te stikken. En daarna eventjes passen om de lengte van de top te bepalen, de boel zomen en KLAAR was de top én dus ook de outfit!
Ik hoop dat jullie het leuk vonden om mee te lezen met mijn proces van durven én naaien. En ik dacht…als we nu eens met zijn allen een vrolijke lente-outfit maken, wordt het misschien wel écht lente; ik kijk er in elk geval naar uit!
op Instagram kun je me vinden op @ama_lianne_sewing