Fabric Friday | Velours

Veloursstoffen zijn trendy. Je ziet allerlei kwaliteiten voorbij komen in de designershows. Het leuke van de nieuwe velourstrend: items van deze stoffen, met hun prachtige glans, kun je elke dag dragen. ‘T is niet langer alleen bedoeld voor feest.

Velours is een verzamelnaam, voor allerlei zachte stoffen met een oppervlak van korte draadjes die heel dicht op elkaar staan. Een zogenaamd ‘poolweefsel’. De kleuren van veloursstoffen zijn extra intens en sprekend door het glanzende oppervlak.

Velourssoorten

Velours chiffon is een feestelijke velours met een sterkere en hardere glans dan fluweel. (Fluweel is gemaakt uit katoen, waardoor deze stof een fraaie matte glans heeft.) Velours chiffon is bijvoorbeeld gemaakt van zijde of viscose. Of een mix met polyester.

Velours de panne is een geplette velours chiffon; een velours met een kreukeffect.

Velours rayé is een velours met een lengtestreepeffect, doorgaans een meubelstof.

Nickyvelours is een tricot met een veloursoppervlak, vaak gemaakt uit katoenen vezels.
Bijvoorbeeld bekend van babypakjes. De Engelse term voor nickyvelours is knitted velours.

Andere rekbare veloursstoffen, van polyester en andere mengingen van grondstoffen, noem je ook wel stretchvelours.

Velours is ook de naam voor dikke compacte wollen mantelstoffen met een geruwd oppervlak; met korte vezels/haartjes. Velours de laine is een wollen stof met een fluweelachtig uiterlijk.

De Engelse term voor velours is velvet

Een stevige katoen met een dun fluweelachtig laagje, een soort perzikhuidje, noem je een peau de pêche.

Werken met fluweel

Fluweel en velours hebben een ‘vleug’. Je kunt dat met de hand voelen. Strijk je er naar de ene kant over, dan voelt de stof glad. Strijk je er in de andere richting over, dan voelt het minder glad en strijk je tegen de draadjes in.

Blijven de draadjes mooi plat liggen, dan beweeg je met de vleug mee. Gaan de haartjes omhoog staan, dan beweeg je tegen de vleug in.

TIPS

Stoffen met een vleug moet je in één richting verwerken/knippen. Bij fluweel en velours leg je alle patroondelen tegen de vleug in; dus als je van boven naar beneden over de stof strijkt met je hand, voelt het ruw, strijk je tegen de haartjes in. De reden: dan is de donkerste diepste kleurnuance van de stof zichtbaar! Dus zo komt de stof het mooist tot haar recht.