Knipmode topoverleg
Op de redactie hadden we vorige week al ons eigen Knipmode topoverleg, al hoefden daar gelukkig niet alle wegen in de wijde omgeving voor afgesloten te worden.
Het was ons patronenspitsuur. Een paar dagen lang doken we onder om weer een nummer van Knipmode voor elkaar te krijgen. Want voordat alle patronen echt in Knipmode op het patronenblad verschijnen, willen we natuurlijk zeker weten dat ze goed zijn. Daarvoor ga ik allereerst met Irina, die al onze patronen maakt, achter de laptop zitten om de ontwerptekeningen uitgebreid te bespreken en uit te leggen. Willen we het strak of wijd, hoe groot moet die zak zijn en waar willen we coupenaden? Wat is de meest makkelijke manier om het kledingstuk in elkaar te zetten enzovoort. Ieder biesje, naadje en stikseltje moet duidelijk zijn. En dat is best een hele klus, met iedere maand dertig of meer patronen en soms nog een bijlage erbij.
Natuurlijk gaan we dan ook even naar het atelier om te kijken hoe het met naaien gaat én om iedereen even gedag te zeggen. Tussen het geratel van de machines en het gesis van het strijkapparaat door bekijken we de details en bespreken we de stoffen en fournituren.
Ook kwam Mette, zoals gebruikelijk in zo’n week, een dagje langs voor onze doorpas-marathon. Volgens mij is Mette de enige vrouw in Nederland met echt dé perfecte maat 38; onze wandelende Knipmode-maattabel. En ook heel belangrijk: zij is aardig én kritisch tegelijk. Mette laat het ons weten als een broek niet lekker zit of als fietsen onmogelijk wordt vanwege een superstrakke rok. Alle kledingstukken die deze kritische toets hebben doorstaan mogen blijven; ons topoverleg is geslaagd!