Werken met teddy: zo ga je aan de slag
Ga warm en trendy gekleed in winterse mode-items van teddybont.
Trendy teddy
De meest aaibare onder de stoffen – teddy – is dit najaar overal te zien! Voor volumineuze sweaters, vesten, bodywarmers én accessoires. En ze is ook nog verkrijgbaar in de leukste prints.

@Getty Images – @Francesca Babbi – @Getty Images
Teddy, ook wel borg genoemd, is een heerlijk zacht imitatiebont dat oorspronkelijk veel gebruikt werd als warme voering in jassen. Het is een gebreide dikke stof met een lang pluizig oppervlak. Ze is vaak gemaakt van polyacryl of polyester, maar er zijn ook hoogwaardige wollen of wolmix-kwaliteiten verkrijgbaar. Óf katoenen soorten voor babykleertjes. Het is makkelijker te verwerken dan een hoop andere soorten langharig imitatiebont, maar wat extra naai- en kniptips willen we je toch graag geven.
@Textielstad – @Textielstad – @Buttinette – @De stoffenkraam
Tips voor het werken met teddy
-Zorg dat je alle patroondelen in dezelfde richting op de stof legt. Soms heeft teddy of imitatiebont een ‘vleug’. Wanneer je daar geen rekening mee houdt zou je kleurverschil kunnen zien in je kledingstuk.
-Als je met een dikke teddykwaliteit werkt: kies een patroon met niet te priegelige details.
– Leg de stof open want je knipt teddybont bij voorkeur niet dubbel maar in enkele lagen. Wanneer je twee dikke lagen tegelijk knipt gaan de stoflagen soms schuiven ten opzichte van elkaar. Speld (of teken) patroondelen daarom op de achterkant van het teddybont. Let op dat je linker-en rechterdelen knipt!
-Knip de delen voorzichtig uit in het weefsel, niet in de haartjes. Trek heel voorzichtig de randen van elkaar.
-Gebruik eventueel extra lange spelden.
-Gebruik extra spelden – die je dwars in de stof steekt – om verschuiven van de stoflagen te voorkomen. En rijg aan weerszijden van de patroonlijn (de stiklijn) de delen op elkaar. Rijg met kleine steken. Stik daarna precies tussen de rijglijnen in. Zo voorkom je dat tijdens het stikken de stoflagen verschuiven.
-Gebruik een grotere steek dan normaal.
-Naai met een jerseynaald (dat is weer een andere naald dan een stretchnaald).
-Bij het inzetten van een rits: gebruik vormband band op de stiklijn. Zo voorkom je dat de rand uitrekt en gaat bobbelen. Je kunt dit band ook rond het armsgat van het gilet strijken om uitrekken van de naad te voorkomen.
-Ook zakingangen kun je verstevigen.
– Strijk niet te heet!
-Knip na het stikken eventueel bontharen van de naadbreedtes af. Zo zijn de naden minder dik.
-Knoopsgaten maken in bont is bijna niet te doen; koop voor de sluiting bonthaken of grote drukkers die je er met de hand op naait.
-Zet de stofzuiger maar klaar, of houd de pluizenroller bij de hand.
-En vergeet niet als je klaar bent met het naaien van je bontje om pluizen uit je naaimachine te verwijderen.
Teddy-proof patronen
Wil je meteen aan de slag met een van de Knipmode-patronen? Hieronder vind je een selectie patronen die zich perfect lenen voor het gebruik van teddystof.
Knipmode 2513-26 Gilet – Knipmode 2513-24 vest – Knipmode 2513-25 sweater





