De kunst van het smokken
Smokken is in! Veel van deze vintage rimpeldetails in kleding zijn gemaakt met fijn, dun elastiek. Een leuk klusje om te doen met een mooi, modieus resultaat.
Rekbaar borduurwerk
Smokken – op z’n Engels smocken – is een eeuwenoude techniek om delen van je kledingstuk elastisch te maken én mooi te decoreren. Smokken deed je vanouds met de hand. Met borduursteken op een gerimpeld deel van je kledingstuk. Het leverde ware kunstwerkjes op.
3 manieren om met je naaimachine te smokken
- Rimpelen met gaaselastiek. Dit is handig voor kleine details; niet hoger dan een centimeter of 4.
Je kunt eenvoudig smokken met zacht gaaselastiek – ook wel smokelastiek genoemd – dat de hoogte heeft van de rand die je wilt smokken. Stik op regelmatige afstand van elkaar het elastiek uitgerekt aan de stof vast, en voilà, een fraai en profi smokrandje (of gesmokt colletje bijvoorbeeld). Je kunt het elastiek kopen op diverse breedtes.
TIP Voor kleine smokdetails is ook het soepele doorzichtige elastiek Framilastic een goed alternatief
- Rimpelen met rimpelelastiek in de spoel. Dit is handig om grotere oppervlaktes de te smokken. Het is even een werkje om de goede breedte en spanning van je smokwerk te krijgen, maar dan ga je ook als de brandweer. Je stikt op de goede kant van de stof.
Teken de lijnen die je met elastiek wilt rimpelen met textielkrijt op de goede kant van de stof.
Wikkel dun rimpelelastiek – met de hand – een beetje uitgerekt om het spoeltje. Omdat rimpelelastiek dikker is dan normaal machinegaren moet je de spoelspanning (het kleine schroefje op het spoelhoudertje) iets losser draaien. Rijg voor de bovendraad van je naaimachine gewoon naaigaren in. Probeer een paar stiksels op een proeflapje en pas eventueel de spoelspanning nog wat aan. Hoe vaster de spoelspanning, het meer rimpeltjes. Knoop het elastiek aan het begin en einde van de stiksels aan elkaar.
- Liever geen gedoe met de spoel en draadspanning, dan kun je zigzaggen óver het dunne rimpelelastiek. Geschikt voor grote oppervlaktes. Je stikt op de achterkant van de stof.
Teken de lijnen die je wilt rimpelen met textielkrijt op de achterkant van de stof. Leg het dunne rimpelelastiek aan de verkeerde kant/achterkant van je werk op een aangegeven stiklijn. Naai er met een zigzagsteekje overheen. Stik niet ín het elastiek. Doe dat voor alle rijtjes elastiek. Trek het elastiek rijtje voor rijtje aan tot de goede breedte en knoop het vast.
TIP Naai vanaf en tot de naadtoeslag. Of maak het rimpelwerk er pas in als je de mouw – of bovenkant van de top waarin je het smokwerk wilt maken – op de zijnaden hebt dichtgestikt.
Bekijk de video hieronder om te zien hoe smokken gaat.