“Ik koos voor de veelzijdige trenchcoat maar wel een basic versie”
“Gelukkig stonden er in Knip december een aantal leuke jassen. Ik besloot aan de slag te gaan met korte trenchcoat 2B en waterafstotende suède van Minerva.
Ik hou van veelzijdige, maar ook vrouwelijke en elegante kledingstukken. En al sinds ik een tiener was vind ik de trenchcoat een mooie jas, zo een die je voor alle gelegenheden kan dragen. Op een geklede broek voor een feestje of zakelijke meeting, op een jeans of rokje voor een casual look. Altijd kom je stijlvol voor de dag. Toch hing er tot nu toe nog niets dergelijks in mijn kleerkast. Hoog tijd dus!
© Moors M
De waterbestendige suède had ik eigenlijk met een ander doel in huis gehaald en ik had er slechts anderhalve meter van. Ik wilde graag de trenchcoat maken, maar had geen idee hoe ver ik met die stof zou komen. De lange versie was sowieso geen optie, dus tekende ik de middelste lengte. Verkorten kon altijd nog. Toen ik de patroondelen op de stof legde, wist ik het zeker: het zou lukken, maar zonder tralala! De losse delen op de rug en op de schouder liet ik dus noodgedwongen weg.
© Moors M
Werken met een waterbestendige stof is heel aangenaam, omdat dat soort stoffen meestal stevig is en dus geen eigen leven gaat leiden onder de schaar of tijdens het stikken. Het enige nadeel is dat je er ook beter geen spelden in steekt. Eens een gaatje, altijd een een gaatje… Ik werkte daarom met wonderclips om de verschillende delen op elkaar te houden. Werk je vaker met leer, kunstleer of imitatiesuède? Dan is zo’n set clips zeker de investering waard. Een tweede tool die ik ontzettend handig vind is de draaiset van Prym. Vroeger haatte ik het om tunnels te moeten keren. Met de zware suède zou dat deze keer extra pittig zijn geweest. Maar met die draaiset is de riem snel gekeerd, zonder een zuchtje moeite.
Het leuke aan dit patroon is dat de jas volledig gevoerd is. Daardoor ben je net iets langer bezig, maar je resultaat is dan ook superprofessioneel afgewerkt. Ik had nog een restje viscose liggen waar ik ooit eens een blouseje uit maakte. Met wat gepuzzel kreeg ik daar nét de patroondelen van het lijfje uit. Voor de mouwen moest ik op zoek naar iets anders. Daarvoor vond ik een ander restje in mijn voorraad: klassieke bruine voeringstof. Met voeringstof glijden je armen heel vlotjes door de mouwen en het verschil in stoffen binnenin het jasje is nauwelijks zichtbaar.
© Moors M
Naast deze vereenvoudigingen – door een gebrek aan stof – veranderde ik nog een aantal dingen aan het patroon. De zakken in het voorpand liet ik weg. In een lange trenchcoat vind ik die heel mooi, maar in de korte versie konden ze mij minder bekoren. Daarnaast had ik ook het klassieke holle-rug-probleem. Door mijn holle rug kan ik eigenlijk enkel fel getailleerde kledingstukken dragen zonder stofoverschot achteraan. Dit patroon is nogal recht, en zelfs met een riem krijg ik dat probleem niet opgelost. Ik naaide dus twee figuurnaden ter hoogte van de holling, waardoor ik daar in totaal acht centimeter wegnam. Dat loste het probleem volledig op en nu past het jasje perfect!”
© Moors M
Tot snel,
Lieve