Van onze blogger Christine | Fijn plooiwerk
Ik had weinig zin om elk plooitje exact uit te meten dus gebruikte ik de breedte van het voetje als houvast voor 115 pintucks!!!
115 stiksels!
Blouse 5 en broek 2 uit Knipmode augustus zag je al eerder bij blogger Maaike. Zij koos dezelfde patronen en versierde zelfs iedere oprijg met een rolled hem: een rolzoompje op de Baby Lock. In overleg met Judith van Gool koos ik voor deze stoffen: appeltjesgroene terlenka voor de broek gecombineerd met kobaltblauwe viscose met een beetje stretch voor het blouseje.
Het blouseje is een ware uitdaging! Niet zozeer het model, wel het feit dat je eerst alle oprijgjes in een lap moet stikken om daar later het voor- en achterpand uit te kunnen knippen. Je stikt dus je eigen geplooide stof, met groepjes van steeds 5 naaldplooitjes (ook wel pintucks genoemd). In de beschrijving stond dat je steeds plooitjes van 6 mm moest stikken. Tussen ieder stiksel moet ook 6 mm komen.
Eerst ben ik een paar proeflapjes gaan maken om te kijken of het werkte zo; wat een goede afstand was. Na een paar keer proberen besloot ik dat ik een manier wilde waarbij ik niet de hele tijd de afstand tussen de oprijgjes hoefde op te meten en met krijt of stift strepen op de stof moest aftekenen. Het leek mij handiger om de afstand tussen de naaldplooitjes op de breedte van een half voetje te maken, zodat je die zonder meten achter elkaar door kunt stikken. Ik gebruikte daarvoor een ‘smalle-kantvoet’ en zette de naald op -4 van het midden.
Op deze manier kregen de oprijgjes precies de goede afstand en de juiste breedte! Door het beetje stretch in stof leek het wel dat de stiksels wat gingen bobbelen, dus dat was een ongewenst effect. Gelukkig is er onze hulpgroep: de KNIPPIES, waar alle andere Knipmode-ambassadeurs in zitten. En na de tip van Anouck heb ik daarom de persvoetdruk aangepast, dat is de druk die het voetje geeft op de stof. En dat hielp. Na afloop hield ik de strijkbout er ook nog boven met veel stoom (dus niet óp de stof strijken) waardoor de stof wat terug veerde.
Je bewerkt dus eerst een rechthoekige lap gladde stof op deze manier waardoor hij een geplooide structuur krijgt. Het enige waarop je daarbij moet letten is de juiste hoogte van de lap (hoe lang wil je het blouseje hebben?). De breedte van de lap nam ik wat ruimer, omdat ik niet precies wilde (en kon) uitrekenen hoe het uiteindelijk zou worden. Het patroondeel van de blouse leg je er af en toe op om te kijken of je al genoeg van de stof bewerkt hebt.
Voor het halsboordje stikte ik een rechthoekige strook op dezelfde manier en daarna ben ik pas gaan meten of het om de halsrand paste. Het model is alles bij elkaar niet heel moeilijk, maar wel erg tijdrovend. Je moet er dus echt even voor gaan zitten.
Nog een paar tips voor dit bewerkelijke naaiklusje:
- Zie het als een rechthoekige lap die je aan het bewerken bent. Ga pas nadenken over de plaatsing van de groepjes naaldplooitjes als je lap groot genoeg is om te kunnen schuiven met het patroon.
- Blijf rustig doorademen.
- Zorg dat je goed zit, schouders ontspannen.
- Doe tussendoor iets anders als je scheel gaat zien van alle stikseltjes.
- Bedenk dat als je klaar bent met alle pintucks het verder een heel simpel blouseje is.
Toen het blouseje eenmaal klaar was dacht ik dat de broek een stuk makkelijker zou zijn. My goodness, niet dus!! Ik vond het op het patroon bijvoorbeeld erg moeilijk te zien waar de plooien moesten komen en hoe ze gevouwen moesten worden. Ik plaatste er net als Maaike een tailleband op. Geen ronde tailleband maar een rechte verstevigde strook stof. Dat sluit bij mij meestal het mooiste aan. Voor de gulp gebruikte ik Hét Knipmode handboek voor zelfmaakmode. En het achterzakje met strook maakte ik dit keer met behulp van dit filmpje op YouTube. Het is niet de officiële manier met een los reepje stof, maar wel een veel gemakkelijker methode… Ik vond dat ik voor dit project wel genoeg ingewikkelde dingen had gedaan, dus een beetje vals spelen voor het zakje moest kunnen!