Ribfluweel maakt een comeback in de mode. Voor de iets oudere generatie onder ons is het vooral een seventies-herinnering, toen je in plaats van een spijkerbroek een ribfluwelen five pocket-broek droeg, en het sowieso een veel geziene stof was. Ook voor jassen en rokken bijvoorbeeld.
Ribfluwelen broek, See by Chloé en Wide wale corduroy jas van Miu Miu beide via mytheresa.com
De term ribfluweel, of Engels: corduroy of ribcord, is de algemene naam voor stoffen met een katoenen basis en een veloursachtig lengterib-effect. De ribbels (wales) liggen op de stof en hebben net als bij velours een ‘vleug’. De technische term voor dit soort stoffen, refererend aan de wijze waarop ze vervaardigd zijn: een inslagpoolweefsel. Dat wil zeggen dat er in de breedterichting (de inslag), tijdens het fabriceren, een extra draad wordt meegeweven, over het basisweefsel. Die wordt later op regelmatige afstand van elkaar doorsneden, waardoor de veloursribbels ontstaan.
Afhankelijk van de breedte van de ribbel verandert de naam. Van smal naar breed: babyrib (babyroy of tinneroy) en corduroy naar wide wale. Babyrib is de fijnste ribbelstof en heeft een zacht veloursachtig uiterlijk. Deze kwaliteit is soepel en geschikt voor blouses en kinderkleding. Je ziet ook veel babyrib met een printje erop.
Diverse ribfluweelkwaliteiten
Meer weetjes
*Oorspronkelijk was ribfluweel een stugge katoenen stof die gebruikt werd voor werkkleding, voor broeken, en heette het manchester. Manchester was anders geweven (een kettingpoolweefsel) en extra slijtvast.
*Tegenwoordig is ribfluweel soepel en regelmatig ook voorzien van een klein percentage lycra of elastaan, zodat de stof iets rekbaar is. Ook zijn er meer katoenmix kwaliteiten, met polyester bijvoorbeeld.
*Wil je weten wat een ‘vleug’ is, en hoe je stoffen met een vleug verwerkt, kijk dan bij de blogjes Fashion Fabric velours en Fashion Fabric fluweel.