Zakken inzetten
ZAK IN NAAD
1. Stik een zakdeel tussen de tekens op de goede kant van het voorbeen. • Knip de naad schuin tot de tekens in.
2a Vouw het zakdeel helemaal naar binnen. Stik de zakingang eventueel smal op de kant door.
2b Leg de naden onder de zak. Stik de zakingang smal op de kant door; hierdoor valt de zak beter naar binnen.
3. Leg het andere zakdeel, op het gestikte zakdeel.
4. Stik de zakken op elkaar.
5a Stik de (zij/deel) naad. 5b Let op dat je de zakingang niet mee stikt. Goede kant zak ziet er uiteindelijk zo uit.
Zak 1
1. Vouw het beleg naar binnen.
2. Stik het beleg op belegbreedte vast.
3. Vouw de overige naden naar binnen
en rijg ze vast.
Zak 2
1. Vouw het beleg naar de goede kant. •Stik de belegbreedte af. • Knip de naden ongelijk af. • Knip de naden bij de hoeken schuin af.
2. Vouw het beleg en de overige naden naar binnen en rijg ze vast. • Stik de zak op belegbreedte door.
Steekzak
1. Rijg en stik de bovenzak langs de zakingang van het voorpand. Geef bij een ronde zakingang knipjes in de naad.
2. Leg de naden van de zakingang onder de zak en stik de zakingang smal op de kant op de zak door; houd hierbij de naden onder de zak. • Vouw de zak naar binnen en zet hem langs de boven- en zijrand vast. • Stik eventueel de zakingang door.
3. Leg het heupdeel + zak met de goede kant boven, tot de zaklijn, onder het voorpand. • Speld en rijg de zakingang op het heupdeel en de zak vast.
4. Rijg en stik de zakken op elkaar. • Zet de zak langs de boven- en zijrand vast.